Aankomen is uitpakken, inrichten, je de plek eigen maken, je weg zoeken. De kunst is aan te komen, er te zijn en te vinden.
Het is druk met schepen. Ze varen langzaam, snel of nog sneller. Ze bewegen zich stroomopwaarts en stroomafwaarts. Doelbewust maken ze voor mijn neus hun keuze: De Waal, Het Pannerdens Kanaal of De Rijn richting Duitsland. Ze liggen – zwaar beladen – diep of rijzen hoog op uit de golven. Ze zijn groot, groter, grootst. Het zijn werelden waar ik alleen maar naar kan raden. Soms zie ik een schip met een landschap van buizen en pijpen, soms met containerarchitectuur, dan weer met een zandbak.
De rivier stroomt en glinstert vrolijk in het zonlicht. De vlaggen staan strak.
Ik zit hier ‘hoog en droog’ op de Telpost. Met een halve cirkel aan ramen voelt het als een aquarium. Het wordt tijd om naar buiten te gaan, een klein stukje stroomopwaarts, naar ‘De Halve Bunder’, kijken of ik daar kan aarden en of het gaat stromen.

Marijke Wijgerinck

Marijke Wijgerinck
What’s in a name?
Word je je naam? De schepen voor mijn raam hebben allemaal een naam die ‘ergens’
vandaan komt. In korte tijd varen Lena, Noah, Elisabeth M I, Avanium, Odonata,
Regina W II, Lianne, Calypso, Valerio, Louis, Ger-Jan II, Leny, Kilya, Fiwado, Covano,
Renovatie, Sustento, Avizo, Obelix, Gracious, Kranerweerd, Petraq, Matricaria, Cherie,
Gilla, Anversa, Toermalijn, Carnalexance, Halve Maan, Ostara, Avanti, Les Voisins,
Bona Dea, Blandina, Panorama, Herkules VI, Innuendo, Piz Ela, Montignac, Tricolori,
Voluntas II, Mira Anvema, Hazard, Amoureus, Sonora, Henja, Pouwel V, Limbo, Adrie-
S, Saviro, Lena en Max Planck voorbij. De Herkules VI past goed, bij de Gracious heb
ik zo mijn vraagtekens. Zouden schippers het liefst een geliefde vernoemen? Zouden
ze een persoonlijke band ontwikkelen met de ‘hij’ of ‘zij’ in de zin van ‘Zet ‘m op Max
Planck!’ of ‘Knap werk, Regina W II!’?
Het valt me telkens zwaar om mij los te maken van het raam en de verrekijker. Na het
volgende schip ga ik aan het werk, nee, na het volgende, vooruit na de drie die net de
bocht om varen… Te nieuwsgierig naar namen en verhalen die ze oproepen!
O ja, ook touw gekocht en drijfhout voor de stroom
Telpost Dag 3

Marijke Wijgerinck
Op de fiets
Onderaan de dijk ligt een weelderig tapijt van tinten groen, paars, wit, geel en roestbruin.
Grassen, margrieten, distels, dille, fluitekruid, boerenwormkruid, bramen en zuring…
Daartussen een ooievaar. Hij stapt behoedzaam door het hoge gras. Zo nu en dan versnelt de
ooievaar ineens en duikt dan met zijn snavel tussen het gras een regenworm op. Tenminste, dat
denk ik te zien. Hoe doet hij dat? Zo hoog op de benen heeft hij misschien wel een helicopterview.
Even verderop zie ik een ooievaarsnest met daarin drie ooievaars. De rest van het gezin, vermoed
ik. Was de eerste de vader of de moeder? En was hij – of zij – misschien aan het fourageren?
‘Schat, pas jij vandaag op de kids dan breng ik straks iets lekkers mee!’ of ‘Kinderen in de groei,
het is ook nooit genoeg!’ Al te romantisch maar is het ook niet romantisch dat ooievaars hun hele
leven trouw blijven aan hun partner? Of was het trouw aan het nest in plaats van de partner?
Waarschijnlijk volgen de ooievaars gewoon hun natuur. Ook mooi!
Telpost Dag 5

Marijke Wijgerinck
Verzamelingen
Drijfhout gezocht. Een grote verzameling aangelegd van wit – door het water – uitgebeten hout. Klein hout. Het vervolgens te drogen gelegd op het voorpleintje van de Telpost. Het lijkt op schrift.
Touw gespannen, veel zwart touw, lang ook. Het waterafstotend gemaakt. Daarna ging het regenen en proefondervindelijk blijkt het inderdaad waterafstotend.
Gaatjes geboord, minstens twee per houtje.
Het regende. Ik heb op de veranda van de Millinger Theetuin gezeten en naar de regen gekeken.
En wat ga je morgen doen? Drijfhoutjes zoeken, zwart touw waterafstotend maken en w.v.t.t.k.!
Telpost Dag 7

Marijke Wijgerinck
Op het randje
Een paar keer per dag beklim ik de dijk en daal hem ook weer af. Op die dunne scheidslijn tussen
binnen- en buitendijks, fietsen, lopen, wandelen en kuieren heel wat mensen. Ze laten hun
honden, de kinderwagen of zichzelf even uit, lopen hun dagelijkse rondje, kijken uit over de rivier.
Jongeren – en ouderen – hangen er op een bankje.
Het doet me denken aan een werk uit 2003: ‘Reikwijdte’. Een schaal waarin je kunt staan en
waarvan de rand tot ooghoogte reikt. Je draagt als het ware je eigen horizon met je mee.
Als ik beneden in het dorp ben kijk ik tegen de dijk op, het lijkt de rand van de wereld. Is er
daarachter nog iets of houdt daar de wereld op? Tegelijkertijd biedt deze rand beschutting. Het is
lekker veilig achter de dijk. Ik begrijp goed dat er mensen zijn die telkens opnieuw willen kijken of
er nog steeds een wereld aan de andere kant van de dijk ligt; die altijd weer naar de dijk
terugkeren in weer en wind en in alle seizoenen, jaar in jaar uit. ‘Is ‘ie er nog?’ Och, gelukkig, de
wereld is er nog en de stromende, kolkende, glinsterende rivier en de hoge lucht daarboven.
Steeds weer anders, steeds weer nieuw. Dat uitzicht wil je geen dag missen.
Dag 9 Telpost

Marijke Wijgerinck
Iedereen heeft zijn rivier
Het is zondag, de laatste dag van mijn verblijf hier in Millingen aan de Rijn op De Telpost. Elf
dagen mocht ik hier te gast zijn en keek ik mijn ogen uit aan de rivier. Liselore Gerritsen dichtte
‘Iedereen heeft zijn rivier en ik, ik heb de IJssel’. Ik zat hier op de splitsing van Rijn, Waal en
Pannerdensch Kanaal, zeg maar: drie voor de prijs van een. Is dit – of zijn – dit nu ‘mijn’ rivieren
geworden? Ik hield al van de Maas en ook van de IJssel en de Slinge. Kun je van meerdere
rivieren tegelijkertijd houden? Is dit polyamorie?
Zo gaat het nu altijd of laten we zeggen: vaak! Ergens een tijdje zijn betekent je hart een beetje
verliezen aan een plek en aan mensen daar maar eigenlijk vul je je hart ermee.
Daar was Millingen aan de Rijn, er waren de rivieren, de luchten, de schepen, de Zwartkopjes op
de Halve Bunder, de mensen van de Speeltuin, van de plaatselijke bouwmarkt, van ‘Heel aan het
water’, van Co en Tinie die mij over deze plek vertelden en niet in de laatste plaats van Anja als
drijvende kracht achter Op Bivak en Kunst in Millingen.
Maar wat deed ik nu precies? En wat gebeurde er met al dat touw en met al die verzamelde
drijfhoutjes?
Ik bracht een idee van stroming naar de Halve Bunder waar hij nu tussen de bomen deint.
De deining maakt vooral de kracht van wind en bomen zichtbaar.
De Deining werd óók mijn rivier deze dagen.
Dag 11 Telpost