Verslag – teja van hoften

Naar de foto’s>


01 04 Waterbericht.

Net zoals het KNMI een weerbericht uitgeeft, maakt Rijkswaterstaat een waterbericht met actuele informatie over de waterveiligheid en waterkwaliteit, over onder meer de golven, de waterstand, de afvoer en watertemperatuur. Ook houden ze een droogtemonitor bij. Het is in de Millingerwaard nu natter dan normaal voor deze tijd van het jaar, terwijl het tijdens mijn vorige werkperiode in de Telpost in mei 2022 juist extreem droog was. Op hun website geven ze deze waterhuishouding weer met behulp van pictogrammen. Het vereenvoudigde plantje bestaat uit een gebogen sprietje waaraan één slap blaadje hangt en het staat in een komvorm vol barsten. Je zou ervan zuchten, zo uitgedroogd. Ik hou van die klare beeldtaal en moest onmiddellijk denken aan het drie dagen durende toelatingsexamen voor de academie in Tilburg in 1971. We kregen dia’s te zien van heel eenvoudige vormen of lijnen en moesten dan telkens uit twee tegengestelde begrippen kiezen, bijvoorbeeld of een streepje vrouwelijk of mannelijk was, agressief of in harmonie, lui of mooi. Ja, zelfs of het schoonheid of zoiets als verlangen uitstraalde. Alsmaar eenzelfde streepje in een net iets andere stand of meerdere streepjes samen en hoe die zich dan tot elkaar verhouden. Het was een onderzoek van een Amerikaanse universiteit, die je tijdens je schoolloopbaan af en toe nog een enquête stuurde en zelfs erna. Ik vermoed om te kijken of jouw begrip en gevoeligheid voor deze beeldtaal samenviel met je succes als kunstenaar. Conclusies heb ik nooit gezien, maar ik vond het ontzettend leuk om mee te doen. Quizzen op gevoel in plaats van kennis. Het is ook heel interessant hoe simpele, bijna niksdingetjes toch grote verhalen kunnen oproepen, je zelfs weten te ontroeren. Marc Manders is hier vast erg goed in, met zijn kromme ijzerdraadjes, die hij dan een droevige gedachte noemt.
Anja meldde me, dat er in Bimmen, hier vlakbij Millingen, net over de grens in Duitsland, ook een watermeetstation is. Ze werken samen met Rijkswaterstaat en op de website Aqualarm kun je als leek alle data en metingen zien en alle chemische stoffen die er op dat moment in het water gevonden zijn. Ellenlange lijsten met namen, die me aan medicijnrecepten doen denken, maar me verder niks zeggen. Het is natuurlijk heel goed die vinger aan de pols, maar eigenlijk ben ik niet geïnteresseerd in vervuiling, maar in de biodiversiteit en het leven zoals dat van nature in het water aanwezig is. Ik heb zowel Rijkswaterstaat als Staatsbosbeheer en het Waterschap benaderd of ik een afspraak kon maken om er echt in onder te duiken en alles wat in het water leeft onder de microscoop te bekijken. In de winter is het micro-onderwaterleven in ruststand, maar ik ben welkom in de lente. Er worden hier bij Bimmen en Lobith geregeld watermonsters genomen, maar het wordt in het centrale laboratorium van Rijkswaterstaat in de Flevopolder bekeken. Via internet heb ik al vele rare wezentjes uit de waterwildernis ontdekt. Van het vogelbadje in de tuin tot het diepste punt van de oceaan, zoöplankton vind je blijkbaar overal. Juist dat ze voor het blote oog onzichtbaar zijn, zo klein en vaak ook transparant, voedt mijn fascinatie en fantasie.

Wie van de zomer met een drone van bovenaf naar de Millingerwaard keek, zou een hand met duim en vingers zien. Het zijn de kwelgeulen. Ik dacht dat ze spontaan zo waren ontstaan, maar ze zijn uitgegraven als overstroomgebied in verband met de waterveiligheid. Bij zeer hoge waterstanden zoals nu worden de uiterwaarden zelf onderdeel van het stromende rivierbed en loopt het overschot via een benedenstroomse aantakking naar de kwelvingers. De vele verschillende stroomsnelheden zorgen voor een grote biodiversiteit. Ik ben de zijde lap van Schaduwleven, die  over het zenuwstelsel gaat en die ik dubbel heb, gaan borduren met waterstromen aan de hand van foto’s en tekeningen van mijn vorige werkperiode en wil er later ook micro-organismen aan toevoegen.

01 19 Weidse wateren.
De rivier loopt over en het water sluipt geluidloos de uiterwaarden en kwelvingers in. Waar ik in mei rustig kon rondstruinen, zijn nu grote meren ontstaan met hier en daar nog een struikenstraat of boomeiland. Zulke weidse wateren. Rinie had ergens gelezen dat het peil 6 meter verschilt van toen. Opnieuw loop ik zo dicht mogelijk langs de oevers en opnieuw zijn er onverwachte ontmoetingen met hazen, vogels, slaperige teddyberen en vooral weer met het water. Soms is ze aanstellerig bleekroze of lichtgroen. Of zo overdreven blauw dat het ongeloofwaardig wordt. Deinend slik waarin plantmateriaal zich heeft verzameld doet levend aan, het kronkelt, woelt en watert. Dit in tegenstelling tot de staande, zwarte, kale bomen, die in hun bewegingsloze monumentaliteit juist dood lijken. Soms overstroomt het pad, met kleine stroomversnellinkjes als het daalt. Hop hangt over dode takken, zijn tenten sluieren uit de bomen. Struiken met bosrankpluizenbollen veranderen bij tegenlicht in winterbloesem.
Vandaag een wandelstok meegenomen, wat erg handig blijkt tegen het uitglijden en als peilstok. Vaak moet ik terug, maar niet alleen vanwege het water. Bramen, meidoorns en ander prikgewas doet mij voor het regenpak vrezen. Ik heb het aan tegen de koude wind. Ook in de Telpost had ik vannacht mijn muts op vanwege de tocht. Voor half zeven zat ik al bij de bouwlamp te borduren. Ik ben onmiddellijk weer in zo’n geen seconde willen verliezen stemming.

 

01 20 Glijgevaar.
Al dat water ordent het landschap en brengt het terug tot hoofdlijnen. Grote vlaktes met niets meer dan wat boomkruinen of takken die uit het oppervlak steken in plaats van het normale bodemgekrioel. Weerspiegelingen zijn dan wel weer extra, maar de symmetrie zorgt toch voor een bepaalde rust. Soms lijkt het water dankzij hoge-bomen-spiegelingen zo diep, dat ik last krijg van glijangst op dat smalle blubberpad, bijna een hoogtevreesgevoel. Dit keer had ik geen wandelstokken meegenomen, omdat de kant vanaf Kekerdom mij meer geboswachterd en dus minder ruig leek. Wel bedacht ik dat het hekje er niet was om de natuur, maar juist mij te beschermen. Ik pak een stevige tak en voel me meteen wat veiliger tussen die enorme watervlaktes met aan weerszijden de steile gladde oevers. Het water brengt licht op deze zwaar bewolkte donkere dag.

 

01 21 IJselijk mooi.
De nieuwe windvaan geeft aan dat het nu Noordoost is in plaats van Zuidwest. Het mist en ik zie vooral lichtjes voorbijschuiven. Ik heb de neiging tegen de verwarming te gaan praten. Niet uit eenzaamheid, hoewel de laatste vier dagen mijn conversatie beperkt was tot hoi, maar gewoon voor de gezelligheid. Iedere keer als ik haar hoger of lager zet, rammelen de parkieten aan hun kooi om mij te verwelkomen. De metalige tikjes vertellen ook telkens iets anders. Ik voel me fijn in mijn volière.
Als het opklaart, zie ik opeens een stukje stenenrand. Na vier dagen geen regen begint het waterpeil al te zakken. Dus weer de route van de eerste dag genomen en waar ik toen buitenom moest omdat het struikgewas tot het water kwam, is nu al een klein randje strand. Bleke plantjes rechten hun rug en gaan verder met waar ze gebleven waren. Zo’n groeikracht en overlevingslust. Bij een minder grote waterplas, waar het beschutter is, staan flinterdunne ijsschotsen om de planten. Soms als zwevend rokje. Als vleugels wijduit of door krimp en stroming in brokken gebarsten. Als de zon er dan ook nog even is, kan ik niet ophouden met fotograferen. Overmoedig volg ik een runderspoor en kom in een moerassig gebied. Ik zie het dijkje waar ik naar toe wil, maar telkens opnieuw verspert het water de doorgang. Tot net bij mijn enkelrand sta ik in het water. Maar ook van bovenaf word ik bedreigd. Braamlianen schampen mijn jas en houden mijn stokken in hun greep. Toen ik er bijna was, werd het water opeens zeker tot op heuphoogte diep. Nog geprobeerd met een stuk boomstam een brug over die anderhalve meter te maken, maar het lukte echt niet, dus terug. Maar waar kwam ik vandaan? Overal zijn koeiensporen. Toen ik er eindelijk uit was, ben ik onmiddellijk over het fietspad rechtstreeks naar huis gegaan. Een voet was een beetje nat, maar mijn schoenen hebben zich fantastisch gehouden. Dus vanavond zal ik ze eens goed met wax verwennen. Gisteren dacht ik nog dat ik met drie wandelingen de nieuwe waterstandkaart wel klaar zou hebben. Maar als het blijft zakken, kan ik nog even doorgaan.

 

01 22 Blauw.
Ik heb met mezelf afgesproken iedere dag even naar buiten te gaan, maar kwam vandaag nog niet eens tot de 2 km. Zo koud, donker en zuur. Maar hierbinnen is het lekker. Elk steekje is een golfje op zich. Een feestje op mijn tafel, al die blauwe strengetjes borduurzijde, op tint gerangschikt. Van heel lichtblauw/bijna wit tot groenig of juist diep donker naar paars neigend. Blauw heeft net zoveel gezichten als de lucht en het water, dat ze kleurt. Maar eigenlijk is dat gezichtsbedrog en zijn zowel water als lucht transparant. Blauw verstrooit het licht en laat het alle kanten op kaatsen, blauw wijkt. Kent geen vastigheid en staat voor vrijheid en onstilbaar verlangen. Waar zou anders de blues zijn melancholie vandaan hebben? Feeling blue. En als je een blauwtje gelopen hebt, is dat ook niet bepaald wat je ervan verwachtte. Iets alsmaar blauw/blauw laten grenst aan onverschilligheid. De romantiek van ins blauwe hinein. Fantaseren en uitvluchten verzinnen. Blauw werd ook positief gebruikt. Dat de adel zich op blauw bloed beriep, had waarschijnlijk te maken met exclusiviteit. Eeuwenlang  was de halfedelsteen Lapis Lazuli de enige blauwe kleurstof, die men kende. Er waren maar weinig vindplaatsen op de wereld, waarvan die in Noordoost Afghanistan de belangrijkste was. Ultramarijn heeft niets te maken met het prachtige blauw van een door zon beschenen zee, maar oltromarino betekende niets anders dan van overzee, van ver. Vanwege  zijn zeldzaamheid en de lange weg naar Europa, was het net zo kostbaar als goud. Natuurlijk is men op zoek gegaan naar goedkopere blauwe verfstoffen. Niet alleen het indigo en kobalt, maar ook dichterbij huis het bladrozet van wede. Deze moet je kneuzen en kneden tot appelgrote ballen en dan wekenlang laten rotten en fermenteren, een bewerkelijk proces met een onstabiel en wat blekig resultaat. Het leuke is, dat ik afgelopen mei hier bij de Telpost voor het eerst over deze plant hoorde van de plantenwerkgroep. Ze heeft gele bloemetjes en pikzwarte zaadjes en groeit hier zomers massaal op de Rijndijk, maar op dat moment waren alleen de beginnende bladrozetten te zien.
Blauw heeft een tegenstrijdig karakter. Soms verwijst ze naar een vage verte. Maar het kan ook heel prozaïsch zijn, een blauwtje oplopen komt letterlijk van blauwe plekken krijgen als je je stoot en verwerd tenslotte tot een afwijzing van een geliefde, wat het ergste is om je aan te verwonden.
Enerzijds is blauw hemels en spiritueel. In de katholieke kerk was het de kleur van Maria, de moeder van God, de bemiddelaarster tussen hemel en aarde. Op voorspraak van haar had je als zondige mens toch meer kans God te bereiken. Maar tegelijk is blauw verbonden met aardse lusten. Een blue movie is Engels voor een pornofilm en gevels van bordelen werden in China traditioneel blauw geverfd. Dat zal vast iets met elkaar te maken hebben. Je weet het nooit met blauw. Misschien juist vanwege dat onduidelijke en tegenstrijdige en omdat ze zich van ons af beweegt, heeft ze zo’n grote aantrekkingskracht. Uit medisch onderzoek blijkt namelijk, dat we blauw waarnemen aan de randen van ons netvlies, waardoor onze ogen er moeilijk op kunnen focussen en onze hersenen er geen vat op krijgen. Ongrijpbaar, oplossend in een eindeloze verte, verdwijnt blauw tot achter de horizon.

 

01 23 Levend landschap.
Normaal is een landschap voor mij een vrij statisch gegeven, iets wat er gewoon altijd is. Maar hier zie ik het voor mijn ogen veranderen. Het water zakt. En hoe! Opeens is de strekdam weer vanuit mijn raam te zien en de paal heeft nu niet alleen zijn kruin boven water, maar toch zeker wel zijn hele kop. Weer ga ik de eerste wandeling en kom tot de watergrens soms wel dertien stappen verder dan de eerste keer. Dat betekent dat het met meer dan zes passen per dag zakt. Dat is niet overal zo en een paar keer moet ik terug vanwege een diep stroomgat bij een dijkdoorbraak. De weg, die het rivierduingebied verbindt met het stuk grenzend aan Kekerdom is weer begaanbaar. Het is nauwelijks voor te stellen hoe nog maar een paar dagen geleden het één grote watervlakte was. Een paar plassen in de kuilen van de weg herinneren nog aan het water en er hangt een vreemde geur. Halverwege ligt een langgerekte golf aanspoelsel over de weg met daarbij een flinke knaap van een dode boom, gestrand bij wat struiken. Spannend om elke dag te kijken hoe ver je nu weer kan komen. De schommel, die in het water hing, hangt nu weer hoog en droog boven het strandje langs de Waal. Door het wijkende water blijft er van alles in de takken hangen. Een weefsel van gras en planten omsluiten holle binnenruimtes, waardoor spontaan hutten ontstaan. Ergens zweefde zelfs een drol op kniehoogte boven de grond, die tussen twee takjes was blijven hangen. Langs de Waaloever soms zware takken en ook de zwevende glazen ijsvormen zijn spectaculair, want het blijft vriezen ’s nachts en overdag is het bewolkt en maar een paar graden boven nul. De ijsschotsen zijn niet bij alle oevers. Waar het wateroppervlak groot is en de stroming en golfslag navenant, krijgt het ijs geen kans. Ook het wandeldijkje bij Kekerdom is weer vrijgegeven, maar nog steeds met een dikke laag slik. Dit keer had ik mijn stokken wel bij me en ging het wadlopen een stuk sneller. Vanmorgen stond ik niet zo vroeg op en buiten oogde het zuur en guur, maar wat ben ik blij dat ik niet heb toegegeven aan een winterslaapje, want wat was het weer prachtig.

 

01 24 Zelfs supermarktbezoek kan spannend worden.
Om ook vandaag toch even buiten te zijn een wandelingetje naar de supermarkt. Heen zo dicht mogelijk langs de Rijnoever en zo kwam ik uiteindelijk op de scheepswerf terecht, ingesloten door hoge hekken. Mannen van verschillende huidskleur, maar allemaal met helm en blauwe overal. Sommige knikken vriendelijk en er is niemand die me het terrein afstuurt. Het was zelfs even zoeken naar een uitgang die niet afgesloten was. Toch weer een avontuur tussen de hoge hijskranen en enorme loodsen, stukken schroot en onduidelijke machines. Verder heb ik de hele dag hard gewerkt, allerlei fantasieplankton getekend, uitgesneden, met magneetjes op de geborduurde lap bevestigd. Maar dat was een heel gedoe, omdat soms de figuurtjes op elkaar klikten. Zelfs die piepkleine magneetjes hebben zo’n trekkracht. Heel veel foto’s gemaakt. Voor het raam zweven ze in de lucht en de rivier. Ook de print van de spiegelingen, die ik eerst als patroon voor mijn ijzerdraadbeeld heb gebruikt en waar ik nu de vormpjes uitgesneden heb, ziet er spannend uit als ze tegen het raam leunt en ik door de gaten het landschap zie. Spelen met positief en negatief, de microben in het landschap of andersom het landschap in de microben. Werkelijkheden, die door elkaar gaan lopen. Toch denk ik dat het voor mijn lap mooier is als ik alles tot borduurwerk beperk. Mijn hersenen wil ik als groene draadalg laten uitwaaieren, lekker ontspannen.

 

01 25 Drijfzand
De windvaan hangt slap. Het blijft zwaar bewolkt, somber en koud, maar zodra je loopt is dat gevoel weg. De grote vlakte, waar ze in mei nog aan bezig waren en dat zes dagen geleden nog één groot meer was, ligt nu voor de helft droog. Ik loop langs de rand om zo bij de eerste toegang van Kekerdom te komen. Het plakkerige slik maakt de schoenen zwaar. Het eerste stroomgat is weliswaar weer kleiner geworden, toch is er zelfs een miniwatervalletje die het water vanuit het bos loost en de geul dieper maakt. Dus loop ik terug langs de binnenrand. Veel vogels en hun sporen. Ik waan me op het wad, alleen veiliger, want hier is geen eb en vloed en zolang het niet opnieuw gaat regenen, blijft het water zakken in plaats van stijgen. Maar als ik de grote plaat oploop, die een heel eind het meer insteekt…. Ik had het kunnen weten, wat ben ik toch een onnozelaar, geen enkel koeienspoor, die weten wel beter. En opeens zak ik tot mijn knieën toe weg. Onmiddellijk voel ik dat mijn schoenen zich vol zand zuigen. Mijn voeten worden strak omklemt en steeds zwaarder. Met moeite krijg ik mijn benen eruit getild. Mijn ademhaling gaat razendsnel, mijn hart bonkt. Dit is dus drijfzand. Zo snel mogelijk terug in mijn eigen spoor tot ik weer plantmateriaal op het zand onder mijn voeten heb. Jee, je zou toch tot je middel zakken. In theorie weet ik, dat je dan eerst je rugzak af moet doen en proberen op het harde zand te gooien, op je rug moet gaan liggen om zo je oppervlak te vergroten, je stokken als je die bij je hebt, achter je rug overdwars en dat je je dan richting vaste grond moet bewegen. Maar hoe in hemelsnaam? Getver de getver. Ik ben goed geschrokken. Een actuele waterstandkaart lopen is niet altijd zonder gevaar. Bij het pad leeg ik eerst mijn schoenen en sokken, want daarmee doorlopen is om problemen vragen. Weer thuis ben ik al gauw een uur bezig het zand uit mijn schoenen, sokken en broekspijpen te spoelen. De regenbroek krijgt zowel van buiten als van binnen een beurt. Toen ik net eruit was, kwam er een vrouw aan op de fiets en ik moest even mijn hart luchten. Ze vroeg of ik hier niet vandaan kwam. Toen ik vertelde van de Telpost en zij mij daarop vroeg wat ik er aan het doen was, antwoordde ik borduren. Ze vertelde me een mooi verhaal over een bordurende zeeman. Als ik later zelf weer aan het borduren ben, is mijn zijde doek statisch en knettert als mijn arm haar aanraakt. Als ik haar ophang plakt ze onmiddellijk tegen de wand. Ik ben nog maar twee dagen hier en de kans is klein, dat ik nog echte winter met strenge vorst en sneeuw meemaak. Eerst was ik teleurgesteld, maar nu realiseer ik me, dat ik dan helemaal niet zou kunnen rondstruinen, omdat je dan niet weet hoe sterk het ijs is en hoe diep het water eronder. En bij sneeuw weet je al helemaal niet wat er onder schuil gaat. Nu heb ik mijn peilstok nog als ik het zwarte water niet vertrouw. Dan zou ik pad-gebonden zijn. Nee eigenlijk heb ik juist heel veel geluk gehad met het weer. Die nachtvorst, het zakkende water en dan die prachtige, fragiele gebroken ijsvellen.

01 26 Als mijn hoofd weer naar huis gaat, denk ik anders.
Slecht geslapen omdat ik te lang was doorgegaan achter de computer en de wending die het telefoongesprek met Rinie nam. Druk op de vaarweg. Landschappen worden heen en weer vervoerd. Een dag en nacht doorgaande mierenstroom. De botsende waterstromen zijn ook weer zichtbaar nu de kromming van de strekdam ze het strandje opduwt.  De windvaan neemt telkens andere vormen aan. Als silhouet zou ze zo tussen mijn zoöplankton passen. Toen ik zat te ontbijten zag ik een vrouw koorddansend de weg oversteken, haar armen wijd voor het evenwicht. Anja was op bezoek en zei, dat het ijzelde, code oranje in Gelderland. Weer heb ik gevraagd terug te mogen komen, nu in de herfst, misschien in 2024. Ik ben hier zo lekker weg uit mijn gewone leven. Erna kwam dichte mist opzetten. Maar eer ik naar buiten kon, was het stralend zonnig. Dat terwijl ze voor vandaag de hele dag regen hadden afgegeven. Het voelde zelfs lenteachtig aan na al die gure donkere dagen. Bij Kekerdom ben ik bij het slikdijkje lager gaan lopen op het bladafval en takkenprut, allemaal in dezelfde grijsgroenbruine slikkleur. De vogelkijkhut was weer bereikbaar. Ik kon weer net zo dicht langs de oever van de kwelvinger lopen als in mei, daar waar vandaan je zicht hebt op de beverburcht. Een veld vol veertjes als ware het madeliefjes. Een kwelvinger verder had het wegsijpelende water een prachtig estuarium uitgeslepen.

 

01 27 Onbekende en daardoor niet te vertrouwen natuur.
De volgende dag aan de overkant hadden de boswachterbevers een muur van takken en halfvergane bomen gestapeld. Waarschijnlijk als oeverbescherming, omdat het water aan deze kant tot steile diepten de oever afkalft. Ik liep over nog maar een smal randje tot ook dat niet meer kon en ik achter me een groepje van die dikharige beesten zag aankomen. Het enige wat ik kon doen, was over die wiebelige manshoge wal takken klimmen. Een tak stak in mijn broekspijp, waardoor ik op één been moest balanceren om mezelf te bevrijden. Veel hout was bemost, glad en soms al half vergaan. Ik begon ontzettend te bibberen en te schudden. Wat is hier nou aan de hand? Koud was het niet. Ben voorzichtig op een veilig dikke tak gaan zitten en voelde me zo duizelig en raar. Moet zeker wat eten, maar na twee happen realiseerde ik me, dat het dat ook niet was. Het was gewoon angst-adrenaline. Ik was bang, ontzettend bang door die geluiden van krakende takken onder de poten van die grote beesten achter en naast me in de bramenstruiken en aan de andere kant het water, waarvan je de diepte niet kon inschatten en ik alleen maar zag dat het heel steil naar beneden ging. En wat zou er daarna nog komen? Ik heb het de laatste dagen al een paar keer helemaal verkeerd ingeschat. Toen ik een beetje bijgekomen was, heb ik eerst alle losse spullen en ook de stokken ingeklapt in mijn rugzakje gedaan, deze goed vast gesjord, diep ademgehaald en voetje voor voetje, er altijd voor zorgend dat ik met mijn handen ergens houvast had en in ieder geval een voet stabiel stond. Na een paar angstige meters kon ik terug naar de vaste bodem en afslaan van de oever weg, die ook zonder takken misschien wel zo zou kunnen instorten. Het laatste stuk grensde aan de zandvlakte waar ik eergister doorheen zakte. Ik liep zoveel mogelijk waar beestensporen waren of waar het begroeid was. Die plantenwortels vormen toch wel een vangnet? Zelfs als ze een drijfmoeras zijn? Op een plek zag ik een mansgroot gat in de aarde dat na 50 cm dikte opzij verder ging, door beesten of toch door het water gegraven? Weer ben ik omgekeerd. Het is genoeg geweest.  Voor deze laatste middag nog maar rustig wat borduren.
01 28
Ik word wakker door een fel licht vanaf de rivier en zie hoe al mijn spulletjes, die op de tafel al klaarliggen, in donkere silhouetten op traag vaarritme over de muur glijden. Een beter beeld van het afscheid van de Telpost is bijna ondenkbaar. Maar weer heb ik uitstel gekregen en mag ik nog eens terugkomen, waar ik me nu al op verheug.

www.tejavanhoften.nl

 

 

 

 

 

on februari 23 • by

Comments are closed.