Tekstregel a: Hij had aan de caissière een kaartje voor een stortbad gevraagd en was toen een gang achter de kassa in gelopen waar stromend, vallend water te horen was.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz.228, r 24
Titel : vallend water
Materiaal: douchestang, papier en inkt.
Tekstregel b : Enkele dagen later nam de professor me even apart, hij was zowel gefascineerd door Martin als door zijn eigen blik als onderzoeker, alsof hij er niet op had gerekend dat hij op zijn leeftijd nog nieuwe kwaliteiten bij zichzelf zou ontdekken.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende. Blz.218, r.18
Titel : wat je ziet wat ik zie
Tekstregel c: Ze luisterden een tijdje naar Simon, die een vertaling las van een preek die was gehouden op de Dordtse Synode van 1618.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz. 219, r.25
Titel: Zonder woorden
Materiaal: papier, inkt en was