Tekstregel a: ZIJ : Ik ben een vrouw van twijfelachtige zeden, weet je
Uit: Marguerite Duras – Hiroshima mon amour Blz. 45 , r. 8
Zij: Ik ben een vrouw van twijfelachtige zeden. Ze glimlacht.
Ik heb het boek niet gelezen, ken de context niet. Tegen wie zegt deze vrouw dit? Wat is het voor een vrouw? Is ze jong en vol bravoure? Is ze bejaard en kijkt ze terug op haar leven? Is ze ironisch? Berustend? Misschien kijkt ze wel in de spiegel, ziet ze zichzelf, en maakt hooguit een grapje, van twijfelachtige zede is helemaal geen sprake. Deze zin, kortom, geïsoleerd uit de context, kan van alles betekenen. Ik moest onwillekeurig meteen aan het lied ‘Ik doe wat ik doe’ van Astrid en Lennaert Nijgh denken, naar hun zeggen opgetekend uit de mond van een prostituee. Niet alleen vanwege de ‘twijfelachtige zeden’, maar omdat als je goed luistert naar de tekst je eigenlijk ook niet weet waar je aan toe bent. Je kunt het met trots vertolken, maar evenzo goed met hard cynisme, warmhartig of juist koud. Weten de ‘zij’ uit Margritte Duras’ boek en de ‘ik’ uit ‘Ik doe wat ik doe’ eigenlijk zelf wel precies wat ze bedoelen? Zowel bij boek als lied betekenen de woorden zoveel als dat degene die ze gebruikt wil toelaten.
LINK NAAR VIDEO I
LINK NAAR VIDEO II