Tekstregel a: ‘Geen enkel hard materiaal scheidt ons van de andere mensen’.
Uit: Marguerite Duras – ‘De Minnaar’. Blz 47 regel 19
Het werkproces begon voor mij met een krachtig oneens zijn met deze zin. Ik was mij immers bewust van de harde muren tussen mijzelf en mijn buren, en de harde omhulling van de auto waarin ik zat als ik onderweg was. Hoe langer ik de zin herhaalde, hoe absurder deze werd. Er volgde een gewaarwording dat de zin volledig uit de context werd gerukt. De scheiding van de anderhalvemeter social distancing was natuurlijk ook een antwoord, maar dat lag te zeer voor de hand. Toen bekeek ik het als een stelling, ‘geen enkel hard materiaal scheidt ons van de andere mensen’, waarop de vraag volgde: maar wat dan wel?
Hoe ziet die tussenruimte er dan uit? En als deze dan al niet zichtbaar is, waar baseert ze zich dan op?
.
.
.
.Tekstregel b: A meeting place
Uit : John Berger – Confabulations Blz 73, regel 4 n.b. het betreft een lege pagina, met enkel ‘a meeting place’
Ik begon het onderzoek naar een mogelijke betekenis van ‘a meeting place’ en hoe deze er visueel uit zou kunnen zien. In Metropolis M (No 2 2020) schreef Vincent van Velsen de publieke ruimte en over hoe de agora, het plein als symbool voor de publieke ruimte, diende als ontmoetingsplek waar de discussies plaats konden vinden tussen verschillende stemmingen en meningen.
In Rafaël’s fresco ‘School of Athens’ zocht ik naar de restruimtes, om me te oriënteren in de 1-dimensionale agora. Dit is mijn werkwijze om een ruimte te verkennen.
Intussen zocht ik online naar hedendaagse symbolen voor a meeting place, dat leverde het volgende op:
Op een muur in het atelier verzamelde ik het beeldmateriaal dat mij aan een meeting place deed denken. Een weergave van een celstructuur; het kruisen van twee lijnen; de ruimte in twee handen. Intussen zag ik overal om me heen steeds meer ontmoetingsplekken, zoals zo vaak datgeen waarover je nadenkt, opeens talloos in je blikveld verschijnt. De aanlegsteiger van het pontje dat momenteel fietsers en voetgangers over de Nieuwe Maas vervoert, daar de Maastunnel gerepareerd wordt. Opvallend was dat deze plekken vooral leeg waren en als er al mensen stonden of zaten, ze veel (rest)ruimte tussen zich hadden.
Er ontstond ook een ‘hidden meeting place’, een plek, omgeven door een doolhof (zij het een flinterdunne).
In Confabulations schrijft John Berger over de Irakese dichter Abdulkareem Kasid: Kasid bezoekt geschiedenis – als of het een meeting place is – niet om een een feit te bewijzen- maar om gezelschap te hebben.
Tekstregel c: Daar liep ze op de oude, in onbruik geraakte put af. In half vergane letters waren de volgende woorden op het kleine blikken dak geschilderd:
WIGGAMS WENSPUT – wensen worden werkelijkheid –
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel Blz.82, r19
‘Ik ben met haar meegelopen en heb in de wensput gekeken. Dit is wat ik zag. Er was nog wel degelijk water in de put.’
Serie van 11 aquarel tekeningen.
Materiaal: papier, water, aquarelverf.
Formaat: 23 x 30 cm.
© 2023 Kunst in Millingen | ruimte voor kunst
Powered by Wordpress. Designed by Themnific™