ZINBEELDEN

klein boeken

.

Toen Anja Middelkoop en Ria Roerdink half april vernamen  dat de  corona-maatregelen nog langer van kracht bleven, plaatsten zij deze oproep op o.a Facebook:

‘Coronatijd geeft tijd voor iets anders, tijd voor iets nieuws.  Werken vanuit een tekstregel die bepaald wordt door getallen en de dobbel.  Stuur een berichtje naar Anja Middelkoop 06 49691067 of naar Ria Roerdink 06 54663736.  Je ontvangt dan een filmpje van een stapel van 6 boeken. De dobbel bepaalt jouw boek.  Vervolgens geef je twee willekeurige getallen door en volgt het tweede filmpje waarin we je tekstregel bekend maken. Vanuit deze tekstregel ga je een werk maken. Zodra het werk n.a.v. een tekstregel is voltooid, wordt een foto/foto’s van het werk op de site geplaatst.  Tussen het ontvangen van de ene tekstregel en de volgende tekstregel zit een periode van minimaal 7 dagen.’

Uiteindelijk namen  66 kunstenaars deel  aan dit  project en zijn er totaal  150 tekstregels uitgedeeld.
De resultaten zijn te zien op de persoonlijke pagina’s van de deelnemend kunstenaars.

 

LINKEN NAAR: 

Persbericht NRZ / De Rozet>

Beginpagina Beelden op de kaart >

 

LINK  NAAR:
EXPOSITIE ZINBEELDEN

———————————————————————

 

DEELNEMENDE KUNSTENAARS

 

1. AMINA, MARLYNN/KEKERDOM  zie verder…
Tekstregel a: Het vrouwtje van de labrador retriever zei dat ie haar had willen wekken.
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man.  Blz.26, r. 8

Tekstregel b: En Klara’s gesprekspartner was bepaald geen onsympathieke man, een oudere heer die eruitzag alsof hij veel had meegemaakt, hoe weinig hij ook had bereikt van  wat hem ooit voor ogen had gestaan.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende. Blz.218, r.18

Tekstregel c: Uiteindelijk verscheen hij – goed gekapt, zonnebril, ringbaardje, regelmatige trekken – met vier aan elkaar genoopte tennisnetten aan de Kaiserhafen, waar de opgetrommelde waterpolitie en brandweer reeds met een kleine vloot aanwezig waren.
Uit:  Thomas Rosenboom – Zoete Mond  Blz. 444, r. 30

Tekstregel d: Dan komt er een camouflagestift uit en een spiegeltje waarin ze controleren of het hún tijd nog wel zal duren.
Uit: Arthur Japin – Blz. 240, r. 24

2. BAUMANN, DANIELA / SOLINGEN (D)  zie verder…
Tekstregel a: Hij had aan de caissière een kaartje voor een stortbad gevraagd en was toen een gang achter de kassa in gelopen waar stromend, vallend water te horen was.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz.228, r 24

Tekstregel b: Enkele dagen later nam de professor me even apart, hij was zowel gefascineerd door Martin als door zijn eigen blik als onderzoeker, alsof hij er niet op had gerekend dat hij op zijn leeftijd nog nieuwe kwaliteiten bij zichzelf zou ontdekken.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende. Blz.218, r.18

Tekstregel c: Ze luisterden een tijdje naar Simon, die een vertaling las van een preek die was gehouden op de Dordtse Synode van 1618.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier  Blz. 219, r.25

3. BECKMANN, RITA / KLEVE  zie verder… 
Tekstregel a:  Hij rijdt weer goed .
Uit: Benoite Groult – Iers Dagboek Blz.256 r. 17

Tekstregel b: And such a shared language exists no more in most public discourse. A temporary but historical loss.
Uit: John Berger – Confabulations’  Blz. 113,  r.7

Tekstregel c:  Fluistert een gebed, plengt een traan, brave mensen, brave lieden. Hij was een jonge rebel.
Uit: James Joyce – Ulysses  Blz. 333 r. 33

4. BEEK, IMKE / MALDEN zie verder…
Tekstregel: Wandeling over het strand. De fietsenverhuur opent pas om elf uur, vanwege de boten die dan aankomen.
Uit:  Benoite Groult –  Iers dagboek   Blz. 183, r 8

Tekstregel b: Tegenwoordig zouden we niet aan een oud-Noorse sage een stukje van een roman van George Meredith toevoegen.
Uit: James Joyce-Ulysses Blz. 247,  r. 23

5. VAN BINDSBERGEN, MIMI zie verder…
Tekstregel a: Zo traag als het opgaande verkeer voorbij voer, van rechts naar links Duitsland in, achtereenvolgens naar Duisburg, met de grootste binnenhaven van Europa, naar Keulen, langs de ministeries van Bonn en verder nog, zo licht en vlot kwam het afgaande verkeer voorbij, gedragen door de rivier die zich iets beneden Angelen, bij de kop van Pannerden, splitste in de Waal naar Nijmegen en de veel smallere aftakking naar Arnhem, die merkwaardigerwijze wel de Rijn c.q. de Nederrijn bleef heten, althans tot die vanaf Wijk bij Duurstede de Lek ging heten, zoals de Waal vanaf Loevestein de Merwede ging heten, eerst Boven-Merwede, dan Beneden-Merwede, waarna al dat Rijnwater, vermeerderd nog met het Rijnwater uit de Lek, als de Nieuwe Maas Rotterdam in stroomde, nog even veranderde in het Scheur, om er als de Nieuwe Waterweg weer uit te komen en bij Hoek van Holland uit te stromen in de zee.
Uit:  Thomas Rosenboom – Zoete Mond Blz 55  r.4

Tekstregel b:  Het was dezelfde kar waar vanmiddag Schuit mee was gekomen.
Uit: De overkant van de rivier van Jan Siebelink. Blz.20, r.4

Tekstregel: Opnieuw waren mijn ouders er niet bij, en deze keer hebben ze er waarschijnlijk ook nooit iets van vernomen, althans niet van mij.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende. Blz. 85, r.5

6. BOEK, MARION / UTRECHT zie verder…
Tekstregel: Iedereen had het huis al kunnen leeghalen.
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man Blz.58, r.18

7. BOGAERTS, ANNEMIE  / EINDHOVEN  zie verder…
Om zeven uur ging Hanna op weg en anderhalf uur later stond ze op het schoolplein
Uit: Jan Siebelink- De overkant van de rivier. Blz.47, r.19

Tekstregel b:Maar niets, ook niet het deemoedige leger van gipsapostelen op de werktafel, schitterde feller dan het computerscherm.
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man  Blz.49 r.19

8. BOHN, SABINE / WUPPERTAL (D) zie verder…
Tekstregel a: ‘Kwakken en grijskopspechtenvooral, hoor je, kijk eens naar de etiketten.’
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende Blz. 321, r.3

9. VAN DEN BRANDE, KATRIEN / UTRECHT  zie verder…
Tekstregel a: Niemand roept hem na, hij kan gewoon zijn gang gaan.
Uit: Het meesterstuk van Anna Enquist.  Blz. 286, regel 29

10. BRUINEWOUD, CORNELIA / KRANENBURG-NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel a: Maar Moby was niet dood, hij leefde nog, en werd een paar uur later, vlak voor Duisburg, opnieuw waargenomen, vreemd genoeg zonder pijl in zijn lichaam, voor zover dat te zien viel althans.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete Mond Blz 500, r.14

Tekstregel b: En inderdaad nemen zowel vakcollega’s als vertegenwoordigers van andere disciplines pas aanstoot aan een volgend hoofdstuk dat als titel heeft ‘Vooruitblik: de naamloze angst’, en dat gewijd is aan de verhouding tussen mens en dier onder extreme omstandigheden.
Uit: Marcel Beyer – De overkant van de rivier Blz 14, r.7

11. COMPANJEN, IRENE / ARNHEM  zie verder…
Tekstregel a:  Hij wendt zich tot haar .
Uit: Marguerite Duras – Hiroshima Mon amour’  Blz. 54,  r. 9

Tekstregel b:  He has a sense of humour, he is intelligent, he gives the impression of being sincere, and of believing in the alliance with Big Business which he is proposing, although he was elected as a Socialist candidate.
Uit: John Berger – Confabulations  Blz. 111,  r. 22

12. DAMS, BRIGITTE / DUSSELDORF  zie verder…
Tekstregel a: Je somde ze op alsof jij ze ontdekt had: goede scholing, genoeg om te studeren als ik de kans kreeg; een zekere schoonheid en de hersens om het effect daarvan te doorzien.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen Blz 26, r.21

Tekstregel b: Zo ging het hier vandaag ook.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen Blz 311, r.20

13. DALDEROP, MICHELLE / KEKERDOM zie verder…
Tekstregel a:Die avond deed hij weer mee met scrabbelen, waarna de dagen zich aaneenregen zonder dat de indeling nog veranderde: iedere ochtend liet mevrouw Helma hem weer een nieuwe vogel zien vanuit haar hoek, een drieteenmeeuw, in de lucht, de noordse stormvogels op het klif aan de overkant van de baai, de alken een niveau lager, daarna ging hij lopen tot aan het middageten, en daarna weer tot aan het diner, zo lang achter elkaar elke dag dat zijn lopen steeds lichter en losser werd.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond Blz. 305,  r.26

Tekstregel b: Ook daar zijn de rollen duidelijk gedefinieerd en hoeft zij van zichzelf niets prijs te geven.
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk Blz 16, r. 16

14. DENIS, MIA / NIJMEGEN
Tekstregel a:   Zzzuchten – en – sssteunen.  De galgeboom kreunde.
Uit: Nick Cave –  De ezelin zag de engel   Blz. 322,  r. 18

Tekstregel: Eindelijk dan waren ze alleen zonder dat die anderen loerden en opmerkingen maakten en ze wist dat ze op hem kon vertrouwen tot in den dood, onverzettelijk, een oprecht mens, een man van onbuigzame eer tot in zijn vingertoppen.’
Uit:  James Joyce – Ulysses   Blz. 423,  r.11

15. DERKS, LUZIA-MARIA / MÜNSTER  zie verder…
Tekstregel a: Khomeini was net klaar met zijn avondgebed toen Rafsanjani, de toenmalige legerbevelhebber, naast hem neerknielde en hem het nieuws vertelde.
Uit: Kader Abdolah – Het huis van de moskee Blz 367, r. 14

Tekstregel b: Paul volgde zonder moeite, zoals hij ook later vanzelfsprekend zijn broer in alles nadeed.
Uit: Anna Enquist – Blz. 135, r. 27

16. DISPA, ADA / NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel a:  When he was a kid he had wanted to be a painter but he was not allowed to be .
Uit: John Berger –  Confabulations   Blz. 29,  r. 8

Tekstregel b: ‘Mijn vriend Jock Snow’, ging hij verder, ‘wel, mijn vriend Jock Snow zal je kop eraf trekken en in je nek schijten’. En we wachtten even, het moeten tien minuten zijn geweest terwijl elke spier van mun lichaam sidderde en beefde en hij steeds weer langs zijn gouden tand fluisterde: ‘Dit is niet zo’n beste dag voor je’, en elke keer als ik me verroerde, siste hij: ‘Ik zei toch dat je alles moest laten zoals het is, etterbak’.
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel  Blz.96, r.18

Tekstregel c: En het verhaal, meneer?’
Uit:  James Joyce – Ulysses   Blz. 33,  r. 1

17. DROST, BART / NIJMEGEN  zie verder…
Tekstregel a: ‘Beste Marc, je ziet, ik heb de handschoen opgenomen en een televisiecommercial geschreven voor dat Amerikaanse uitzendbureau, Kenny Connect.
Uit: Thomas Rosenboom- Zoete mond Blz.232,  r.5

Tekstregel b: Die meidoorn, met de zon, heeft een nachtegaal tussen zijn bloemen.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz 7, r. 33

Tekstregel c: Peter kwam ook vaak op de rand van zijn bureau zitten, volgde Simons commentaren in de boeken en oefende de handtekening van zijn vader, die hij de mooiste vond van alle handtekeningen van alle vaders in de wereld.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz. 214, r. 4

Tekstregel d: Toen in de negentiende eeuw de handel in slaven werd verboden , ‘zei ik, terwijl Kofi de ene sleutel na de andere probeerde, ‘zochten de Hollanders en de Ashanti allebei naar nieuwe wegen om toch profijt te blijven trekken van hun oude handel.’
Uit:Anna Enquist – Het meesterstuk  Blz. 320, r.18

Tekstregel e: De solidariteit van het Russische volk met dieren is een oprechte.
Uit: Marente Moor – Kleine vogel, grote man Blz.32, r.15

18. VAN EWIJK, MARIA / TILBURG  zie verder…
Tekstregel a: Alles bij haar zowel woord als gebaar gaat via de blik.
Uit: Marguerite Duras – Hiroshima Mon amour Blz137 en regel 19

Tekstregel b:  more and more millions of people are beiing forced to emigrate with the slimmest hopes of survival.
Uit: John Berger – Confabulations

Tekstregel c:  ‘Maar ik kroop gewoon voort en deed m’n uiterste best m’n vertrouwen te bewaren – geen acht te slaan op de trucs van de lucht, van het licht, van de schaduw, van de rook, van m’n ogen, van m’n oren, van m’n neus, van m’n geest, van m’n geest en van m’n geest.’
Uit: Nick Cave- En de ezelin zag de engel Blz. 391,  r.29

19. GEHRELS, MARGRIET / HAARLEM zie verder…
Tekstregel a: Juist toen hij de volgende toef wilde opvegen begon in de keuken het deksel te rammelen op het pannetje
Uit: Thomas Rosenboom- Zoete mond  Blz. 43, r. 29

Tekstregel b: ‘Kom mee, we doen het nog een keer…’glunderde hij tegen Donald, en met een schalkse knipoog wenkte hij hem mee, ‘maar dan voor De Gelderlander!’
Uit: Thomas Rosenboom- Zoete mond Blz.336, r12

Tekstregel c: ‘Ik zou niet weten waarom ik mijn arme lichaam al die moeite aan zou doen,’ zei de vader.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen blz 258, r. 21

20. GELUK, MARYAN / AMSTERDAM zie verder…
Tekstregel a: De oude kraai vloog over het huis en kraste. Er stopte een koets voor het huis.
Uit:  Kader Abdolah – Het huis van de moskee blz 13, r.13

21. GILLDE, SABINE/ GROSSWALBUR (D) zie verder…
Tekstregel: Ze maten de omvang van de boom., die meer dan vijf meter bedroeg.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier    Blz. 359, r. 11

22. GROOTJANS, DIEDERIK / NIJMEGEN. zie verder…
Tekstregel a: De jongen gaf geen antwoord, zette slechts zijn voeten nog wat verder uit elkaar.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond  Blz. 47, r. 24

23. VAN GURP, WILLEMIEN / DEVENTER zie verder
Tekstregel a: ‘U bent niet geboren en getogen in Dresden, hè?’   vroeg mevrouw Fischer vlak na onze begroeting voorzichtig.
uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende Blz 22, r. 7

Tekstregel b: Ze had hem eindelijk zover gekregen dat hij naar het provinciehuis ging om meer informatie over de brug in te winnen en vanmorgen was hij na de vaste klanten te hebben overgezet met de fiets naar de stad gegaan.
Uit: Jan Siebelink De overkant van de rivier. Blz.196, r.28

Tekstregel c: Je keek uit het raam van je kamer, op de tweede verdieping.
Uit:  Jan Siebelink – De overkant van de rivier. Blz.97, r. 27

24. HALFENS, YVONNE / NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel a: In the year 1933 the Spanish poet Garcia Lorca delivered a public lecture in Buenos Aires concerning the nature of el duende.
Uit:  John Berger – Confabulations Blz 100 regel 1

Tekstregel b: Op het ogenblik voeren vijf dagen per week enorme vrachtwagens – waarvoor de mooiste bochten in de weg afgesneden en honderdjarige fuchsia’s gerooid zijn – tonnen voer voor kweekvis, desinfecteermiddel en materieel aan, dat op de kade wordt gedeponeerd en vervolgens in schuiten getakeld, die met hun lading als grote aken naar Scariff varen.
Uit: Benoite Groult  – Iers Dagboek Blz. 264, r. 22

25. HANSMA, LINEKE / BURGUM zie verder…
Tekstregel a: Zou die van Charles zijn geweest?
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk Blz.63, r. 20

Tekstregel b: Van opzij lachte Laura hem nog even stralend toe als daarnet, maar triomfantelijk nu, knikkend met opgetrokken wenkbrauwen: ze had toch altijd al gezegd dat Jan de Loper niet alleen een grappenmaker was, maar ook mensen hielp?
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond Blz.353, r.12

Tekstregel c: Zo kostbaar, dat hun superieuren zich ertoe verplichtten de laatste opgekrabbelde kreten van de verstilde harten los te weken en postuum te verzenden.
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man blz 38 , r 8

26. HANSSEN, JACQUELINE / MAASHEES zie verder…
Tekstregel a: Een uur vrij wegens een zieke patiënt – Fietsen!
Uit Anna Enquist – Het meesterstuk  Blz.11, r.7

27. VAN ‘T HART, MARTIN / LEERDAM zie verder…
Tekstregel: Hij prees zijn vette, beduimelde, stukgelezen, tweedehands boeken aan, met een zachte, vriendelijke, maar heel nadrukkelijke stem, alsof hij een gehoorzame maar domme leerling moest onderrichten.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz.195, r17

28. HOENSELAAR, JAN / NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel: Since early childhood he has been familiar with dictums, jokes, hints of advice, tricks of the trade, dodges, which refer to these recurrent daily puzzles of life.
Uit: John Berger –  Confabulations Blz. 33, r. 11

29. HOLLEBOOM, MEREL / GRAFWEGEN (D)
Tekstregel a: Ze nam nog wat water en moest denken aan de voorzitter van de zeilclub die vanmorgen weer was geweest.
Uit: Jan Siebelink De overkant van de rivier. Blz.256, r. 13

Tekstregel b: Hij probeert naar boven te lopen met het losse, ontspannen gevoel waarmee men een trap gemeenlijk afdaalt: de armen bungelen met hun eigen zwaarte langszij, de voeten schampen langs de treden   en het hoofd is fier geheven.
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk blz. 230, r. 23

Tekstregel c: En u, ik hoorde al iets over een nieuwe bewoner, u woont zeker in de voormalige burgemeesterswoning?’ ging het heertje alweer verder.
Uit: Thomas Roosenboom – Zoete monde blz 222, r. 22

30. HUIJBREGTS, NICO/ NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel a:  ZIJ : Ik ben een vrouw van twijfelachtige zeden, weet je
Uit: Marguerite Duras – Hiroshima mon amour Blz. 45 , r. 8

31. KLEFFE, GUDRUN / MOERS  zie verder…
Tekstregel a: Hij is later meer dan eens gezien door wandelaars in de Grosse Garten, en hij zocht de dierentuin op als daar ‘s middags werd gevoederd.
Uit:  Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende.  Blz.311, r.19

Tekstregel b:  Nu hoorden ze in de kerk te zijn
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier Blz.130, r10

Tekstregel c:  Es spielt keine Rolle mehr.

32. KÜSTER, JÜRGEN / WACHTENDONK(D)  zie verder…
Tekstregel a: Wijdbeens als een zeeman liep Beckers naar de boer in de staldeur; glibberend, eerst over de modder, daarna de drek,  kwam Rebert achter hem aan, met in zijn ene hand zijn tas en in de andere hand een bouwlamp uit de kofferbak.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete Mond Blz. 69 r.17

Tekstregel b: En dan, internationaal onderzoek bewijst het, spannen Nederlanders de kroon met hun geleuter op kantoor: een kwart van de werktijd gaat eraan op, dubbel zoveel als in andere landen.
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man.Blz.17, r 23

Tekstregel c: Daarom ziet ze de slang, die zijn eigen weg gaat, in de richting van de wetering, flonkerend.
Uit: Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier  Blz. 8, r.9

Tekstregel d: Ze is vijfenzeventig en heeft altijd in hetzelfde huis gewoond, dan heb je toch troep, spullen van vroeger die je niet weg wil doen, dingen die je bewaart omdat ze ooit weer eens nodig zijn, weet ik veel, wat dan ook – maar er was niets.
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk  Blz. 100, r. 16

33. LAMMERTS VAN BUEREN, SJORS / ACQUOY zie verder…
Tekstregel a:  En waar het seniele imponeergedrag dat ik aan de dag zou moeten leggen in aanwezigheid van een vrouw die amper half zo oud is als ik, maar niettemin belangstelling voor mij heeft, al is het maar voor wat ik te berde breng, terwijl we met elkaar praten en ik me er stiekem over verbaas dat in mijn houding en gedrag geen lachwekkende trippelpasjes, geen hese toon,. en geen opschepperig gedrag valt te bespeuren, niet het minste spoortje baltsgedrag, wat ik op jongere leeftijd van een vergrijsde heer zou hebben verwacht?
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende  Blz. 19, r.11

34. LEHMANN, ANDREA / MÜNSTER  zie verder…
Tekstregel a: Uit de toppen van de haagbeuk die het kerkhof van ‘kuil’ en kerkplein scheidde, dreven dorre blaadjes een poosje voort op de nauwelijks merkbare wind, vielen ten slotte toch neer; hun geritsel verstomde niet.
Uit: Jan Siebelink- De overkant van de rivier.  Blz.273 r.15

35. LIPS, ANGELINE / MOLENHOEK(Limburg)  zie verder
Tekstregel a: Ze had haar lippen na het eten vast nog even bij gestift, ongeveer zoals hij thuis zijn tanden nog had gepoetst.
Uit: Thoma Rosenboom – Zoete Mond  Blz 423, r.1

Tekstregel b: Volkomen afgemat stapte hij het podium af, met hangend hoofd ging hij op de rand zitten, de rug krom onder zijn paraplu en geweer.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond Blz 207,  regel 12.

36. LITJENS, COR/ DEEST zie verder…
T
ekstregel a: De duivelse hond hield stevig vast en opende zijn kaken pas toen hij de knal van Pa’s geweer hoorde
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel Blz.89, r. 23

Tekstregel b: Hij komt naar haar toe van ergens achter uit het vertrek (we kunnen veronderstellen dat hij net een deur gesloten heeft, van de garage bijvoorbeeld, het doet er niet toe). Hij zegt:  HIJ:   Ga zitten’.
Marguerite Duras – Mon amour’ van  Hiroshima  Blz. 63,  r.17

37. LÜCKENER, MARTINA / OSTBEVERN (D) zie verder…
Tekstregel: ‘Hij kijkt niet naar de Francaise. Zijn gezicht is nat van de regen.
Uit: Marguerita Duras  –  Hiroshima mon amour  Blz. 100,  r. 8

38. MIDDELKOOP, ANJA / MILLINGEN AAN DE RIJN  zie verder…
Tekstregel a: ‘Wat een sluipmoordenaar, die ouderdom…’
Uit: Benoite Groult – ‘Iers Dagboek’ Blz. 111, r. 6

Tekstregel b: Alleen de Allerhoogste, in zijn almacht, kon hebben voorzien hoe cruciaal het was dat ik, Zijn dienaar, Zijn onbetekenende knecht, het slot zou verbreken en het deksel van die verboden koffer zou optillen en één voor één alle pakketjes van vergeeld krantenpapier eruit zou halen en, als een vrucht, de schillen van de kern van m’n voorbestemd zijn zou verwijderen – en binnen een door God bepaalde tijd de essentie van m’n roeping zou onthullen.
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel Blz.73, r. 27

Tekstregel c: Hij: Acht dagen
Uit: Marguerita Duras – Hiroshima mon amour Blz. 99, r. 9

Tekstregel d: Parliamentary politicians have become powerless; all they can do is talk.
Uit: John Berger – Confabulations Blz.77, r.7

Tekstregel e: Een sensatie van koelte na de warmte van de optocht. Het is een modern huis.
Uit: Marguerita Duras – Hiroshima mon amour  Blz. 63, r. 10

Tekstregel f: ‘In de pauze kijkt ze uit over de straat, helemaal alleen, geleund tegen een pilaar van het overdekte schoolplein Ze vertelt haar moeder niets hierover.’ Uit: Marguerite Duras – De minnaar  Blz. 100,  r.10

39. MOKVELD, CAROLA / VUGHT
Tekstregel a:  Wat ze van hem nog hebben kunnen vinden, is meteen op het dichtstbijzijnde kerkhof begraven.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende. Blz.235, r.8

40. MURHPY, NIKI / ROTTERDAM zie verder…
Tekstregel a:  ‘Geen enkel hard materiaal scheidt ons van de andere mensen’.
Uit: Marguerite Duras – ‘De Minnaar’. Blz.47, r.19

Tekstregel b: A meeting place
Uit: John Berger – Confabulations Blz 73, r.4

Tekstregel c: Daar liep ze op de oude, in onbruik geraakte put af. In half vergane letters waren de volgende woorden op het kleine blikken dak geschilderd:
WIGGAMS WENSPUT – wensen worden werkelijkheid –
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel Blz.82, r19

41. NEUWINGER, SIGRID / MOERS zie verder…
Tekstregel a:  Zoals gewoonlijk brachten de grootmoeders de handdoeken en schone kleren van Alsaberi naar de badkamer om hem voor het gebed te wassen.
Uit: Kader Abdolah – Het huis van de moskee Blz.66,  r.17

Tekstregel b: Bij een zo florerende economie kwam er ook steeds meer geld en tijd vrij voor ontspanning, en zo gebeurde het dat de Duisburgse dierentuin erin slaagde om het eerste dolfinarium van Duitsland te openen.
Uit: Thoma Rosenboom – Zoete Mond  Blz.443, r 26

Tekstregel c: Hij is gewond en vastberaden om hier nooit meer terug te keren.
uit: Anna Enquist – Het meesterstuk Blz.47, r8

Tekstregel d: De Zonnekoning had die muren ook gezien.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier  Blz 78, r.15

Tekstregel e: In zulke brokstukken ligt de hele geschiedenis van Italië, samengebald in een paar stenen.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen   Blz. 411, r. 4

Tekstregel f: Ze duwde het houten kruis tegen haar borst en sloot haar ogen, en zo zat ze op de trap van het monument, het hoofd lichtjes gebogen, alsof ze iets verwachtte te horen.
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel  Blz.394,  r 15

42. OTTENS, ALINDA / VEENDAM zie verder…
Tekstregel a: Zelf is hij ook vaak elders de laatste tijd en komt niet, of te laat, aan tafel.
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk Blz.111, r 22

43. OVERMEER, MARLIEKE / NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel a: God kwam de dorpelingen als een muilezel voor die zich niet wilde verroeren: Hij kon de zon van de genade niet in het water zien schijnen.
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de Engel Blz.77, regel 33

Tekstregel b: Een gebruinde jongen sloeg een boek open en steunde het behendig onder de borstwering van zijn tas.’
Uit: James Joyce – Ulysses  Blz. 33,  r.3

44. PARDUN, BIRGIT zie verder…
Tekstregel a: Niet het huis, maar de directe omgeving en het uitzicht op afvalhopen vlak achter de kleine tuin.
Uit: Benoite Groult – Iers dagboek Blz.19,  r.23

45. PENNINGS, PIER / APELDOORN
Tekstregel a: Een mannenstem; ‘Meneer…Dokter!’
Uit: Thoma Rosenboom – Zoete Mond  Blz.365, r 16

46.  PENTHUM, RIA / ASSEN zie verder…
Tekstregel a: Hij wil zichzelf het verlopen image geven van een jonge avonturier
Uit: Marguerite Duras – De minnaar  Blz.18,  r.6

Tekstregel b: Voetbalplakboeken van de tweeling, tijdschriften met een foto of vernissageverslag van Johan en dozen met speelgoed vormende onderlaag waarop wekelijks een regen van kranten en bladenneervalt: periodieken met advertenties voor directiefuncties in het middenkader voor Ellen, rocktijdschriften voor Paul en Peter, strips voor Saar.
Uit: Anna Enquist – het meesterstuk  Blz 111,  r. 19

Tekstregel c: En u, ik hoorde al iets over een nieuwe bewoner, u woont zeker in de voormalige burgemeesterswoning?’ ging het heertje alweer verder.
Uit: Thomas Roosenboom – Zoete monde  Blz 222,  r. 22

Tekstregel d: Hij zet de uren naar zijn hand: zeven uur, rennen, acht uur, douchen, en ontbijten; negen uur, rommelen in het atelier, administratie, voorbereiding, tien uur, beginnen.

47. VAN DE PLASSCHE, MARJOKE zie verder
Tekstregel a:  We kunnen het uitstekend vinden met zijn vieren: heel leuk om samen te zijn en zo vaak hetzelfde te denken over belangrijke dingen.
Uit: Benoite Groult- Iers Dagboek   Blz. 274,  r. 12

48. REEMS, JELKE / Arnhem zie verder…
Tekstregel a: Met een zaklantaarn schenen de beide mannen in de ijskoude, donkere hoeken vol dozen met boeken.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier    Blz.279,  r.13

49. RETS, GABI / NIJMEGEN zie verder…
Tekstregel a:  En er komt een leeftijd dat je de kracht niet meer hebt om tegen de elementen te vechten en te behoeden wat je nog aan schoonheid rest . 
Uit: Benoite Groult- Iers Dagboek   Blz 289,  r. 17

Tekstregel b: Zoals altijd maakte zij op mij een hoogst elegante indruk, ze trok de blikken naar zich toe. maar die dag kwamen erin dat restaurant ook boze blikken van de belendende tafeltjes, mijn vader merkte het.
Uit:  Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende.  Blz. 29,  r.17

50. VAN DE RIET, HELMIE/ HEGELSOM   zie verder…
Tekstregel a: Want als ik over de kruiwagen langs de kant van het pad sprong., de tuinknechten ontweek, langs de heg scheerde, op de doezelende honden af koerste alsof ik van alle goede geesten verlaten was, dan kwam er een grote rust over me.
Uit:  Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende.   Blz.127,  r. 27

Tekstregel b: “Ja, tegenwoordig groeien de kinderen snel, uw zoon ook”,  zei hij.
Uit: Kader Abdolah – Het huis van de moskee   Blz.215,  r.16

Tekstregel c: Want het is verschrikkelijk koud en de wind tilt de hemel op als een zeil.
Uit: Jan Siebelink- De overkant van de rivier.  Blz.7,  r.7

Tekstregel d: Hij klemt er een aantal tussen zijn vingers, opent de luiken en zet ze voor me neer op de vensterbank.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen  Blz.202,  r.19

Tekstregel e: Je laarsjes piepten, knarsten, kraakten, en al die geluiden klonken prettig.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier  Blz. 7,  r. 4

51. RIGTERING, MARJOLIJN/ MILLINGEN AAN DE RIJN  zie verder…
Tekstregel a: Na een ontnuchterende fase, waarin Martin zich elke dialectische nuance van het lijf probeer te houden met beschaafd taalgebruik, zal hij met toenemende nieuwsgierigheid luisteren en zich heel langzaam meester maken van het Saksisch, zonder het ooit geheel over te nemen.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende  Blz.145,  r13

52. ROERDINK, RIA / NIJMEGEN  zie verder…
Tekstregel a: De toedracht wordt door de ene generatie aan de volgende doorgegeven, voor toevallige voorbijgangers wordt een moordkruis gebeiteld.
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man.  Blz. 57,  r.3

Tekstregel b: Voerde de mussen en de mezen, keek uit het raam naar de eikenboom die steeds meer blad verloor, ruimde de tafel in mijn werkkamer op, kon geen orde scheppen en liet mijn blik verstrooid over de boeken gaan.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende.  Blz.333,  r. 21

Tekstregel c: ‘Zie je wel? Niks aan!’riep hij naar Donald, en veilig nu tussen de stilstaande auto’s ( steeds meer, aan beide zijden vormde zich een almaar langere rij) stak hij doodgemoedereerd een sigaar op, schopte hij achteloos het nog onuitgerolde deel van het zebrapad verder uit tot tegen de stoeprand aan de overkant, en liep hij weer terug naar het midden, aangekeken door alle mensen die op de stoep bleven stilstaan en door anderen die net op de drukte af kwamen.
Uit: Thomas Roosenboom – Zoete mond  Blz. 333,  r.30

Tekstregel d: ‘De beesten scharrelden nu in de berm. Verderop viel zonlicht door de bomen. Het zand leek daar talkpoeder’.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier  Blz, 13,  r.1

53. ROESSINGH, CAROLINE zie verder…
Tekstregel a: Ik had me verborgen in een kuil op ongeveer dertig meter afstand, toen een kleine bonte bastaardhond kwam aanlopen en ging zitten op het randje van de greppel waarin ik lag.
Uit: Nick Cave – En de ezelin zag de engel Blz. 53,  r. 12

54. ROTTIER, JORIEKE / VLISSINGEN  zie verder…
Tekstregel a: Bovendien is dit een absolute rotkrant met altijd zure en modieuze recensies.
Uit:   Anna Enquist – Het meesterstuk  Blz.56, r.7

Tekstregel b: Dat het leven doorgaat zonder ons.
Uit: Marente de moor – Kleine vogel, grote man  Blz. 30,  r 21

Tekstregel c: De kinderen, niet langer bang in het licht dat vanuit de hemel naar binnen viel,  deden wie het verst zijn ogen kon opensperren.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier   Blz.89,  r.3

55. SCHINK, ELISABETH / KLEVE zie verder…
Tekstregel a: In de grote woonkamer groeien stapels geïntegreerde rommel jaar in jaar uit aan, als in een verwaarloosde tuin.
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk blz. 111, r. 11

Tekstregel b: En voor het geval zijn gesprekspartner zijn hoofd zou schudden of een vinger op zijn lippen leggen of hem zelfs wantrouwend aankijken, was Kaltenburg erop voorbereid een ontwapenend lachje te tonen om eraan toe te voegen: ‘Maar als zoöloog weet ik dat er geen weg terug is naar achterhaalde verhoudingen.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende   Blz. 61,  r.5

56. SCHRÖDER, BÄRBEL  / MÜNSTER zie verder…
Tekstregel a: Buiten valt een lentebui, de hemel is donker geworden, misschien komt er onweer.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende   Blz.54,  r.4

Tekstregel b: Ik verscheurde hem voor haar ogen, o vergissing, o lag die daar nog?
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk  Blz. 261,  r. 13

Tekstregel c: Nooit meer heb ik iemand zo intens gelukkig gezien.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen Blz. 354, r.33

57. SCHWEITZER, BEATRIJS / LEERDAM zie verder…
Tekstregel:Ludwig Kaltenberg zal me in de wetten van de dierenwereld inwijden, hij zal me laten zien over welke vermogens de dieren beschikken en waar die het laten afweten, waar wij als mensen veel te hoge, fundamenteel foute eisen aan ze stellen en vervolgens teleurgesteld raken als een van het niet voldoet aan onze onjuiste verwachtingen.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende  Blz. 78,  r.15

58. SOETEKOUW, MASHA / AMSTERDAM zie verder…
Tekstregel a: De schitteringen van het water gleden als slangetjes om de donkere palen.
Uit: Jan Siebeling – De overkant van de rivier   Blz. 17,  r.29

Tekstregel: Jij had niets teveel gezegd, dit was het paradijs waarover pater Treves al die jaren had gepreekt.
Uit: Arthur Japin – Alle verhalen    Blz.29,  r.17

59. SLOOFF, MARJORIE / KEEKEN(KLEVE) &NIJMEGEN
Tekstregel a: Oscar krijgt het benauwd: zijn spartelbewegingen zijn niet moedwillig, maar lijken vanuit het ruggenmerg te komen.
Uit:   Anna Enquist – Het meesterstuk    Blz. 277,  r.15

60. VAN SOMMEREN, TONNI  zie verder…
Tekstregel a: Hij:  Spuw je je moeder in het gezicht?
Uit:  Marguerite Duras – Hiroshima mon amour   Blz. 76, r. 19

Tekstregel b: Opgeslokt te worden door die borsten van heel fijn meel die de hare zijn
Uit: Marguerita Duras – De minnaar  Blz. 83,  r. 14

Tekstregel c: ‘At moments I scribbled without looking down or taking my eyes off you’.
Uit: John Berger – ‘Confabulations’   Blz. 93,  r. 6

Tekstregel: Bij de dageraad gewekt door grote zeemeeuwen, die nog harder brullen dan in Bretagne, en door de zon, die onze oranje gordijnen verlicht: goed bedacht voor een kampeerwagen: doorschijnend oranje…’
Uit: Benoite Groult – Iers Dagboek   Blz. 19,  r 7

61. THOMSEN, DINI/ HUISBERDEN (D) zie verder…
Tekstregel:  Tegen beschadiging kreeg de dolfijn een rubbermat om zich heen, daarna twee banden, en het volgende moment zweefde hij in de lucht, was het alsof hij voor de tweede keer uit zee werd gehaald, meer nog dan de eerste keer.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond   Blz. 9, r.17

62. VAN DER VEEN, WILMA / LENT  zie verder…
Tekstregel a: Door de verhoogde concentratie loopt alles als een trein, maar enige reflectie is uitgesloten.
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk   Blz. 88,  r. 8

Tekstregel b: Verstorven in die buiging had hij eerst zijn schors verloren, daarna al zijn dunnere takken, zodat er uiteindelijk een niet erg hoog maar wel breed skelet met vele gewrongen, gladde armen was overgebleven.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond  Blz. 56,  r. 19

Tekstregel c: De manier waarop wij dieren zijn gaan eten, en zij ons, toont dat er iets mis is gegaan met de communicatie
Uit: Marente de Moor – Kleine vogel, grote man   Blz.27,  r.19

Tekstregel d: Binnen sloeg de klok tien uur.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier   Blz. 19,  r. 24

Tekstregel e: The secret is in the way the mosaic’s tesserae play with the light. These tiny cubic pieces of glass, marble and mineral generate, because of how they are placed together, an extraordinary visual energy.
Uit: John Berger –  Confabulations    Blz. 88,  r 8

63. WALDOR – SCHÄFER, HEIKE / KEVELAER  zie verder
Tekstregel a: De wijn was goedgekeurd en ingeschonken, de kelner liep weg, Marc draaide zich naar hem terug, tilde zijn glas op, dronk hem andermaal toe.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond   Blz. 243, r.28

Tekstregel b: Zo deftig dat de naam slechts met heel kleine letters in de zwarte gevel staat: Maison Davina
Uit: Anna Enquist – Het meesterstuk   Blz. 60 – r.11

Tekstregel c: Ten slotte kwam ze bij een schuur midden op het land.
Uit: Jan Siebelink – De overkant van de rivier   Blz 223,  r.2

64. WIJKER, KEES/ MIDDELBURG
Tekstregel: De jongetjes, een grotere en een kleine, waren opgehouden met spelen en keken hen met open mond aan, tot ze beurtelings en in toenemende opwinding begonnen te vertellen wat ze speelden en het spel zo weer verderging.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond   Blz. 323,  r. 17

65. VAN ZEBEN, MARLIES / HOLTHEES zie verder…
Tekstregel a: De schamele gegevens van het laatste onderzoek van de schoolarts (Sara Steenkamer, gewicht 34 kilo, voetstand g.b. ) heeft hij meegenomen.
Uit:  Anna Enquist – Het meesterstuk  Blz. 127,  r. 3

Tekstregel b: En toen ik hem ooit vroeg of die man hem ook niet altijd een beetje in de weg had gezeten, keek hij me enkel glimlachend aan.
Uit: Marcel Beyer – De nacht dat het dode kraaien regende.  Blz. 277,  r.30

Tekstregel c: De kachelpijp rolde over de straatstenen, het stokje met de wegwijzer in de vorm van een hand brak af, de zijkanten klapten neer met de Johnnie Walker-schildering naar beneden en bleken ineens deuren te zijn, iemands deuren uit iemands huis.
Uit: Thomas Rosenboom – Zoete mond   Blz 490,  r. 12

66. VAN DER ZWAAG, GONDA / PLASMOLEN zie verder…
Tekstregel a:  Hij hoefde niet meer: de zee was te ruw en zijn kajuit te koud .
Uit:  Benoite Groult.  ‘Iers Dagboek’  Blz. 333,  r. 7

Tekstregel b: Zichtbaar hooghartig, praatte weinig om niet uit zijn ivoren toren te hoeven komen, met een stem die nagesynchroniseerd leek, in een taal die als vertaald klonk.
Uit:  Marguerite Duras – De Minnaar   Blz. 76,  r. 15

 

 

on april 18 • by

Comments are closed.